Op golven van de tijd
danst een waanidee
duikt onder, duikt weer op
met het getij van de zee.
Niemand heeft het gezien,
het heeft geen gezicht,
het spreekt een eigen taal,
woorden vol duister licht,
dat zo verblindend schijnt
dwars door ogen heen,
dat niets eraan ontkomt,
dan de tijd alleen. |