In de ronding van zijn denken
dooft elke twijfel.
Bang voor versnippering
beperkt hij zich tot grote lijnen.
Geen gedachte kan ontsnappen
aan zijn breedgerande hoofd.
Elk probleem glijdt in de
valkuil van verwijt.
Hij verslindt vertrouwen
en goede wil.
Het stilt zijn honger niet.
Hij eet de ander op
tot op het bot.
In de verbrokkeling
lijmt hij het lot
en valt in duigen. |